Duurzame energieopwekking, mag in onze ogen alleen die naam krijgen als het in samenspraak met de omgeving gebeurt, niet ten koste gaat van de leefomgeving van de omwonenden en van de bewoners in de wat verdere omgeving. In deze regio zien wij dan ook geen kansen voor een windmolenopstelling en kiest GroenLinks voor echte duurzame energieopwekking: kleinschalig, direct bij de gebruiker en in relatie met energiebesparing.

Het energiebeleid van de gemeente Emmen

In de 'ontwerp beleidsregel windmolenopstelling gemeente Emmen' wordt gerefereerd aan de in mei 2011 in de raad in opiniërende zin besproken 'Energienota'. In de beleidsregel windopstelling wordt uit deze Energienota de aanleiding gehaald voor windenergie: “Voor het realiseren van de doelstelling om in 2050 CO2 neutraal te zijn is het plaatsen van 60 MW windenergie een van de 5 belangrijkste opgaven”. Voor de burger is het dan wel vervelend dat op internet deze energienota niet te vinden is, waardoor ook onduidelijk blijft aan welke andere 4 belangrijke opgaven gewerkt moet gaan worden en wat daar tot nu toe aan is gedaan. In 2006 formuleerde het college een 'Energie- en klimaatbeleidsplan'. Daarin 5 thema’s: - energiebesparing - windenergie - zonne-energie - biomassa - projecten in het buitenland Laten we er vanuit gaan dat deze 5 thema’s ook de vijf belangrijkste opgaven uit de energienota zijn.

GroenLinks en windenergie

GroenLinks is voor het gebruik van duurzame energiebronnen en ziet windenergie als één daarvan.  Dit betekent echter niet dat GroenLinks plaatsing van windmolens op iedere mogelijke locatie ondersteunt. De veenkoloniën mogen dan in de optiek van de provincie wel een zoekgebied zijn voor plaatsing van windmolens, dat hoeft voor de gemeente Emmen niet in te houden dat in haar buitengebied plaats is voor windmolens. Mede naar aanleiding van het verzet in andere delen van de veenkoloniën tegen de mogelijke komst van windmolens heeft ook GroenLinks Emmen zich afgevraagd “moeten we dit hier willen?" En het antwoord is: “Nee, GroenLinks kiest voor het behoud van het open karakter van de veenkoloniën, kiest voor versterking van de regionale economie door het stimuleren van toerisme en (vaar)recreatie en voor de leefbaarheid van het gebied. Bovenal kiest GroenLinks voor de inwoners en in dit geval met name voor de omwonenden. GroenLinks ziet geen ruimte in het buitengebied waar een groep van windmolens (windmolenopstelling) kan worden gerealiseerd zonder schade en overlast voor de omwonenden. De opbrengst van grootschalige windmolens leidt bij een individuele landbouwer tot een inkomen boven de Balkenende norm en bij de omgeving tot overlast. Zij die dagelijks last hebben van windmolens zijn niet gebaat bij een korting op energielasten van een paar tientjes, of met een bijdrage aan een leuke speeltuin in het nabijgelegen dorp. Die dorpen krijgen er trouwens ook last van in de vorm van minder toeristen en nog verdere verslechtering van vestigingsinteresse en dus versterking van de krimp in deze dorpen. Windmolens leiden  ook tot daling van de waarde van het vastgoed en daarmee tot daling van de vermogenspositie van de inwoners in het buitengebied van de gemeente. Daarom kiest GroenLinks Emmen voor de inwoners van het buitengebied van Emmen!" GroenLinks Emmen pleit voor de stimulering van zonne-energie, voor kleinschalige biogas installaties, het gebruik van aardwarmte, het plaatsen van aardwarmtekorven (zoals bij Green Meet*s) en voor kleine windmolens bij particulieren (voor zover de omgeving daar dan geen last van heeft) . Kleinschalige energieopwekking vermindert ook de noodzaak van energietransport: opgewekte energie wordt door de producent veelal zelf verbruikt en de transport van energie van buiten naar de producent wordt verminderd.

Kansen voor Emmen: 2050 CO2 neutraal

De keuze voor de inwoners is ook redelijk makkelijk te maken, als we zien wat voor kansen er nog bij  de andere opgaven uit de Energienota van de gemeente Emmen liggen. Daarbij willen we op de eerste plaats aandacht vragen voor de relatie tussen kleinschalige energieproductie en energiebesparing. Zij die zonnepanelen op het dak hebben liggen, weten het: je gaat bewuster met het energiegebruik om en je kijkt in de meterkast of de meter terugloopt (een groot voordeel van het gebruik van draaistroommeters die nu nog in veel huizen voorkomen). Hoe dichter de energieopwekking bij de gebruiker ligt, hoe bewuster deze zich wordt van de mate waarin hij/zij energie verbruikt. De opbrengst van kleinschalige energieopwekking komt vrijwel geheel te n goede aan de gebruiker. Daarom kiest GroenLinks voor kleinschalige energieopwekking in relatie tot energiebesparing. Opwekking van zonne-energie met zonnecollectoren of fotovoltaïsche panelen (beide  verder te noemen: zonnepanelen) ligt dan het meest voor de hand en de investering is ook zonder subsidie al binnen een redelijk aantal jaren terug te verdienen. De gemeente Emmen zou dit moeten stimuleren. Niet door op 22 november 2011 een advertentie te plaatsen voor duizend euro subsidie, terwijl de regeling een maand later al uitgeput is, maar door aan de burger duidelijk te maken dat het plaatsen van zonnepanelen vergunningvrij is, bekend te maken welke leveranciers en installatiebedrijven uit de gemeente zonnepanelen leveren en plaatsen, door objectieve hulp te geven bij het berekenen van het voordeel en door zo nodig intermediair te zijn tussen consument en netwerkbeheerders/ energieleveranciers. Kortom: door drempels weg te nemen. En natuurlijk door het voorbeeld te geven: waarom zijn bij de nieuwbouw van het gemeentehuis niet direct zonnepanelen op het dak gelegd? Wat doet de gemeente om te stimuleren dat op nieuwbouw van grote bedrijfspanden (bijv. de Mediamarkt) zonnepanelen komen? Wat is er gebeurd met de suggestie van het CDA om het Rundedal vol te leggen met zonnepanelen, of met de suggestie van GroenLinks om de gemeentelijke gebouwen te voorzien van zonnepanelen? Dit soort vragen brengt ons ook op de andere ‘belangrijke opgaven’ uit de Energienota. Zoals: wat gebeurt er met de biomassa die vrij komt bij het maaien van plantsoenen en bermen en bij het verdere groenonderhoud? In 2006 schreef het college al “Biomassa kan de helft van de doelstelling voor duurzame energie invullen. De gemeente heeft als eigenaar van een deel van de beschikbare biomassa grote invloed op de verwerkring van biomassa”.  Wat is er tot nu toe met die invloed gedaan?  En wat kan er nog gedaan worden?

Tot slot

GroenLinks ziet voor de gemeente nog veel kansen om zonder windmolenopstellingen haar eigen doelstellingen te halen. Hierin ligt geen noodzaak om te kiezen voor windmolenopstellingen. Het rijk kan haar eigen doelstellingen halen door vergunningen te weigeren voor vervuilende energiecentrales zoals nu bij de Eemshaven worden gebouwd, door geluidswallen met zonnepanelen aan te kleden en met nog vele andere mogelijkheden. Grootschalige windenergieopwekking moet op zee. Het rendement daar is 40% t.o.v. 25% op het land.