Tijdens de begrotingsvergadering 2013 van gemeenteraad Emmen, heeft de GroenLinks fractie in de eerste termijn samen met Wakker Emmen, DOP, SP en BGE een tegenbegroting ingediend. In de 2e termijn, op 8 november 2012, heeft de GroenLinks fractie gemotiveerd waarom de WMO plannen van de gemeente Emmen bijgestuurd moet worden. De inbreng is hieronder gepubliceerd.

 

In de eerste termijn hebben de partijen van Wakker Emmen, DOP, SP, BGE en GroenLinks de handen ineen geslagen om onze twijfels te uiten over de begroting, om te komen tot een sociaal WMO beleid en om te komen tot een verlaging van de woonlasten. Dit hebben de voornoemde partijen als zelfstandige fracties gedaan middels een gezamenlijke bijdrage. Echter vandaag zal iedere zelfstandige fractie het woord voeren, met een eigen invalshoek.

Afgelopen jaar hebben wij diverse malen als gezamenlijke fracties onze twijfels geuit over de juridische haalbaarheid van de WMO plannen van dit College. Toch heeft een meerderheid van de Raad besloten om akkoord te gaan met deze plannen. Vandaag zien we hiervan het resultaat: we gaan de begroting waar ook de nieuwe WMO-financiering is opgenomen, vaststellen of bijsturen. Wij willen in een laatste poging u, als raad, op andere gedachten brengen.

Ik ga u proberen mee te nemen in de zienswijze van de Rijksoverheid. En dat doe ik niet zonder een reden. Het College, bij monde van Wethouder Jumelet hield u in eerste termijn voor dat bij een ontmoeting van ambtenaren van het Ministerie van VWS er geen woorden gewijd werden over de wellicht verkeerde opvatting van de Gemeente Emmen om het begrip Huishoudelijke hulp te vervangen door schoonmaakondersteuning. Het ontbreken van een dergelijke opmerking werd gepresenteerd als hét gelijk van het College; op zijn minst gesuggereerd.

MdV, ik neem u allen mee naar een van de belangrijkste adviesorganen van de Rijksoverheid, het Sociaal en Cultureel Planbureau. In augustus 2010 werd onder leiding van Prof. Dr. Paul Schnabel een definitief advies uitgebracht. De naam van het advies is al alleszeggend: ”Definitief advies over het WMO budget huishoudelijke hulp voor 2011”.

In dit advies wordt 337 keer de term huishoudelijke hulp gebruikt. Schoonmaak-ondersteuning, schoonmaakhulp - of termen die erop lijken: 0 keer.

Kunnen wij dit feit negeren?

Moeten wij denken dat Prof. Dr. Paul Schnabel en de zijnen het zo ronkend fout hebben, en wij als Gemeenteraad van Emmen goed?

U mag nog niet overtuigd zijn. Wellicht zullen de woorden van de Rijksoverheid u wél overtuigen. In augustus 2010 verspreidde de Rijksoverheid een voorbeeldbestek aanbesteding “invoering WMO”. In dit stuk bezigt de Rijksoverheid 52 keer het begrip “huishoudelijke hulp”. Sterker nog men specificeert het begrip zelfs in drie categorieën.

Ook hier weer hebben wij een telling gedaan op schoonmaakondersteuning. Het wordt een beetje saai: 0 keer zijn wij het begrip tegengekomen op 55 pagina’s.

Mdvz, vanochtend vroeg om half zes had ik een afspraak met een kuchende man in een regenjas een in half afgebouwde parkeergarage in Emmen die volgens LEF! vele miljoenen extra gaat kosten. Deze man overhandigde mij een bruine envelop met daarin een brief.

Die brief was/is bedoeld om op 9 december 2012 naar de Tweede Kamer te gaan. In deze brief, waarin de inmiddels voormalig staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten de Tweede Kamer informeert over de voortgang inzake de aangenomen motie Leijten en Voortman, schrijft zij het volgende:

Ik ben voornemens om onderzoek te doen naar de kwaliteitsafspraken die gemeenten met aanbieders van hulp bij het huishouden maken en de wijze waarop deze kwaliteit geborgd wordt.

De ambtenaren maakten zich kennelijk niet ongerust richting onze Wethouder, maar naar de Tweede Kamer toont de staatsecretaris zich wél ongerust.

MdV, dát en mijn eerdere constateringen maken de intentie van de Rijksoverheid duidelijk. Ik kan u nog vele andere publicaties van de Rijksoverheid voorleggen waarin het begrip huishoudelijke hulp gebruikt wordt. Of van gezaghebbende instituten zoals het Jonker Verwey Instituut. Ik zal dat niet doen. Ik heb, geloof ik, mijn punt gemaakt. Ik geloof dat ik hiermee de woorden van Wethouder Jumelet wel weerlegd heb.

Maar hoe komt het College dan toch op het gebruik van het begrip schoonmaakhulp?

Het college beroept zich op artikel 4 lid 1 van de WMO voor de invoering van een algemene voorziening schoonmaakondersteuning, zoals u kunt lezen in het antwoord van het college op vragen van zorgaanbieders.

Artikel 4, lid 2 spreekt echter van: "Bij het bepalen van de voorzieningen houdt het college van burgemeester en wethouders rekening met de persoonskenmerken en behoeften van de aanvrager van de voorzieningen."

Dat is dan een kwestie van ‘shoppen’ in artikelen. Het College kiest voor lid 1, wij kiezen voor lid 2. Wie heeft er gelijk?

We zijn tijdens de vaststelling van het nieuwe WMO-beleid de memorie van toelichting vergeten. Die Memorie van toelichting op artikel 1 WMO laat volgens ons niets aan duidelijkheid over. Huishoudelijke hulp is niet voor iedereen, niet voor mensen zonder beperking, maar richt zich op individuele mensen met een beperking. Derhalve kan dat dus geen algemene voorziening zijn.

Wij gingen even verder shoppen in de tekst en uitleg die de Gemeente Zaanstad geeft over het begrip Algemene voorziening. Dit om te kijken of de Gemeente Zaanstad dezelfde visie had en heeft als de Gemeente Emmen. Echter in haar beleidsnotitie WMO staat, ik citeer:

Algemene voorzieningen zijn voorzieningen waar geen indicatie voor nodig is. Het gaat om voorzieningen die beschikbaar (kunnen) zijn voor iedereen die daar behoefte aan heeft en waarvoor men zich niet tot de gemeente (of een andere instantie) hoeft te wenden.

En hoe noemden wij in Emmen de keukentafelgesprekken? Juist, herindicatie. En daarmee zou het in Zaanstad dus geen algemene voorziening zijn.

U bent nog niet overtuigd dat lid twee de juiste is? Dat kan.

Wellicht dat de woorden van de VNG u op andere gedachten kunnen brengen. In ‘Het arrangement in de WMO, een publicatie uitgegeven in het kader van het project de kanteling staat een stuk tekst op pagina 17 die u wellicht wél aan het denken zet. Daar geeft de VNG namelijk haar definitie van het begrip huishoudelijke hulp. Dit doet zij na een opsomming van individuele voorzieningen. Ik citeer:

Volgens deze criteria zou de huishoudelijke hulp hier buiten vallen. Vanuit de historie rekenen we de HH echter wel tot de individuele voorzieningen. In algemene zin kan een individuele voorziening ook een dienst zijn.

De VNG schaart dus de huishoudelijke hulp onder de individuele voorzieningen. De VNG volgt daarmee dus kennelijk Artikel 4, lid 2, net zoals de gemeente Zaanstad.

U bent nog niet overtuigd dat lid twee de juiste is? Dat kan.

Wellicht dat dan de WMO-wet zelf u op andere gedachten kunnen brengen. In artikel 1, daarin staan de begripsbepalingen, lezen we onder lid 9, punt h het volgende:

huishoudelijke verzorging: het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van het verzorgen van het huishouden van een persoon dan wel van de leefeenheid waartoe een persoon behoort;

Ik heb u hier twee dingen proberen aan te reiken. Huishoudelijke hulp is dé term die zowel de Rijksoverheid alsook de haar adviserende instituten gebruiken. Dat begrip wordt geschaard door de VNG en de Gemeente Zaanstad onder individuele voorziening; niet onder een algemene voorziening zoals het College heeft gedaan. Zelfs de WMO zelf kent geen andere uitleg dan huishoudelijke verzorging.

Daarmee heb ik proberen aan te tonen dat ons WMO-besluit onjuist is. Onjuiste aannames en onjuiste conclusies. De juridische houdbaarheid is onzeker.

Voorstanders van de beslissing zullen wellicht nog wijzen op het begrip ‘vrijheid van beleid’. Dat kan, de gemeente heeft dat inderdaad, maar wél met bepaalde grenzen. Het kan niet zo zijn dat vrijheid van beleid leidt tot een volledig afwijkend beleid van wet en intentie. In Nederland kennen we namelijk in ons recht ook nog het begrip ‘eenheid van recht’. Dat wordt daarmee geschonden. Daar zal, vrees ik, de rechter een uitspraak over moeten doen.

U bent nog niet overtuigd?

Dat spijt me dan. Dan zijn er kennelijk geen argumenten die u kunnen overtuigen.

Bent u wél overtuigd? Dan is hier en nu dé plek waar we dit nog kunnen keren. De VVD verraste ons in eerste termijn op een paar prachtige citaten van Lao Tse. Als socialist zoek ik het dichter bij huis, bij iemand die mij nader staat, te weten Berthold Brecht. Die schreef:

Wer A sagt, der muss nicht B sagen. Er kann auch erkennen dass A falsch war.

(Wie A zegt hoeft geen B te zeggen. Hij kan ook toegeven dat A fout was.)

Laten wij erkennen dat het vaststellen van deze Raad van de “Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Emmen 2012”  ‘A’ was. We hoeven geen B te zeggen en deze begroting aan te nemen.

Tot zover, mdvz,  de bijdrage van GroenLinks in tweede termijn.