In de raadsvergadering van 28 juni 2016 heeft GroenLinks Emmen tegen de structuurvisie Windenergie Emmen gestemd. Uiteindelijk kon de fractie zich niet vinden in het resultaat. Vanuit het college en de coalitiepartijen werd te weinig creatief meegedacht naar slimme en doordachte oplossingen en te halsstarrig vastgehouden aan 'oude' uitgangspunten.

GroenLinks Emmen is natuurlijk een voorstander van schone energie. Wij zijn dan ook niet tegen de komst van windmolens in de gemeente Emmen. Maar niet tegen elke voorwaarde. De inzet van de fractie heeft zich altijd gericht op drie belangrijke pijlers: clustering van molens in zo min mogelijke gebieden, draagvlak onder de bevolking en tot slot volledige compenstatie voor de omwonenden.

In de structuurvisie Windenergie Emmen wordt uitgegaan van drie definitieve locaties: de Pottendijk (opgave van 50,5MW), de N34 (opgave van 21MW) en de Zwartenbergerweg (24MW). Van deze drie locaties komt met name de locatie van de N34 als veruit het minst wenselijke uit de bus. Even afgezien van de diverse problemen die de plaasting van acht molens oproept (o.a. laagvliegroute en hoogspanningsleidingen) zijn wij er ook geen voorstander van om aan deze kant van Emmen een aantal molens plaatsen. De landschappelijke waarde van het gebied is ons een groot goed en het strookt niet met onze gedachte om molens zo veel mogelijk te clusteren.

In onze ogen was er voor deze groep molens een goed alternatief aanwezig in de vorm van een initiatief van de tuinders. En hier komen wij op ons tweede speerpunt: draagvlak. Waar het het tuindersiniatief kan rekenen op een draagvlak van ca. 70%, zal dit voor de locaties van de N34 en de Pottendijk echt vele malen lager zijn. En wat voor de fractie van GroenLinks nog veel belangrijker was in haar afweging: door in te gaan op het tuindersinitiatief geef je als gemeente ook blijk van de wil om de tuinbouw te vergroenen en te verduurzamen. Helaas moesten wij constateren dat het voor de coalitiepartijen belangrijker was om vast te houden aan de eerste en oude uitgangspunten van het regieplan, nl. van afstand, hoogte en tijdelijkheid. Een iniatief van Sunoil, dat in onze ogen ook kansrijk had kunnen zijn, werd vanwege deze uitgangspunten direct afgeschoten.

Tot slot hadden wij onze vraagtekens bij het rendement van de molens. Het college hanteerde als stelregel dat er alleen van de uitgangspunten mocht worden afgeweken indien hogere molens zouden ook zouden leiden tot minder molens. Uit de bussinesscase van een aantal exploitanten bleek dat hogere molens met kleinere motoren een veel groter rendement hebben, maar niet leiden tot minder molens. Tijdens de bespreking van de structuurvisie maakte de wethouder t.b.v. dit punt een ommezwaai van 180 graden. 

Aan het eind van de avond bleek dat wij de structuurvisie Windenergie Emmen niet kunnen steunen. Het reultaat is, dat er aan twee kanten van Emmen molens komen, dat er geen molens komen op plaasen waar wel draagvlak aanwezig is en waar kansen op vergroening en verduurzamen van industrie en tuinbouw volop aanwezig zijn en dat er juist meer molens komen op plaatsen waar weinig tot geen draagvlak aanwezig is. Vandaar onze stem tegen deze structuurvisie.